Fortunate Son is een nummer van Creedence Clearwater Revival, van het album Willy and the Poor Boys uit 1969. Het werd in september 1969 uitgebracht als single, tezamen met Down on the Corner.
Dit lied was erg populair ten tijde van de Vietnamoorlog, en wordt ook vaak gebruik op soundtracks van Vietnamfilms en -games. Het lied verhaalt de gedachten van een man die opgeroepen wordt voor de dienstplicht, en die als “gewone man” (niet de zoon van een senator, miljonair of legeraanvoerder) daadwerkelijk de (Vietnam)oorlog uit moet gaan vechten. Het is geïnspireerd door de persoon van David Eisenhower, de kleinzoon van de voormalige Amerikaanse president Dwight David Eisenhower, die in 1968 met Julie Nixon, de dochter van toenmalig Amerikaans presidentskandidaat Richard Nixon in het huwelijk trad. John Fogerty, de schrijver van het lied, had zo’n donkerbruin vermoeden bij het zien van de publiciteit omtrent dat huwelijk dat geen van de huwelijksfeestgangers ooit daadwerkelijk betrokken zouden raken bij de oorlog.
“I Was Made for Lovin’ You” is een nummer van de Amerikaanse hardrockband Kiss.
Het nummer kwam van het in 1979 uitgegeven album Dynasty. “I Was Made for Lovin’ You” deed het vooral goed in Europa, in de Nationale Hitparade stond het nummer zelfs 8 weken op nummer 1.
Mmm, yeah!Tonight, I want to give it all to you In the darkness, there’s so much I want to do And tonight, I want to lay it at your feet ‘Cause girl, I was made for you And girl, you were made for meI was made for lovin’ you, baby You were made for lovin’ me And I can’t get enough of you, baby Can you get enough of me?Tonight, I want to see it in your eyes Feel the magic, there’s something that drives me wild And tonight, we’re gonna make it all come true ‘Cause girl, you were made for me And girl, I was made for youI was made for lovin’ you, baby You were made for lovin’ me And I can’t get enough of you, baby Can you get enough of me?I was made for lovin’ you, baby You were made for lovin’ me And I can give it all to you, baby Can you give it all to me?Oh, can’t get enough I can’t get enough I can’t get enoughI was made for lovin’ you, baby You were made for lovin’ me And I can’t get enough of you, baby Can you get enough of me?Oh, I was made You were made I can’t get enough No, I can’t get enoughI was made for lovin’ you, baby You were made for lovin’ me And I can’t get enough of you, baby Can you get enough of me?
Don’t Give In is een nummer van de Noord-Ierse band Snow Patrol uit 2018. Het is de eerste single van hun zevende studioalbum Wildness.
“Don’t Give In” gaat over hoop en nooit opgeven. “Het nummer is geïnspireerd op een vriend van mij. Hij ging door een moeilijke tijd, maar toen ik het aan het schrijven was, realiseerde ik me dat het ook om mij gaat. Het is een persoonlijke verhaal met een universele boodschap”, vertelde zanger Gary Lightbody in een interview met Gerard Ekdom op NPO Radio 2. Het nummer flopte in het Verenigd Koninkrijk. In Nederland haalde het de 14e positie in de Tipparade. In België werd het nummer daarentegen een grote hit, met een 5e positie in de Vlaamse Ultratop 50.
Don’t give in Don’t you dare quit so easy Give all that you got on the sword Don’t say that you won’t live forever I know, I knowIt’s in your blood And it’s in your making So don’t hold your tongue ‘Cause it’s, it’s no longer working Don’t fall on your sword Just follow your instinct Like an old lesson learned Like an old lesson learnedOnly you know what it, what it is to see through See through the eyes that are trained on me now I can, I can only tell you how it, how it looks from here I think you’ve made up your mind I think you’ve made up your mindDon’t give in Don’t you dare quit so easy Give all that you got on the sword Don’t say that you won’t live forever I know, I knowDon’t give in Don’t you dare quit so easy Give all that you got on the sword Don’t say that you won’t live forever I know, I knowYes there’s a lot we can We can learn from this loss Learn not to let it fall around our ears Don’t fall in love with the, with the way things were It’ll fuck up your mind, it’ll fuck up your mind But this is all on the wings of others But I loved you more More in your own flight So it ain’t the same It won’t be lost forever It won’t be lost foreverDon’t give in Don’t you dare quit so easy Give all that you got on the sword Don’t say that you won’t live forever I know, I knowDon’t give in Don’t you dare quit so easy Give all that you got on the sword Don’t say that you won’t live forever I know, I knowThis is your grace And I don’t know why, and I don’t know why This is your grace And I don’t know why, and I don’t know whyDon’t give in Don’t you dare quit so easy Give all that you got on the sword Don’t say that you won’t live forever I know, I know
“Purple Rain” is een ballade van Prince and The Revolution. Het was de derde single van Prince in de Verenigde Staten en de tweede in Groot-Brittannië. Purple Rain was het hoofdnummer van het album Purple Rain. Het nummer is een rockballade, gecombineerd met elementen van pop, gospel en country. Het nummer won een Oscar voor het beste nummer van 1984. Het werd in veel landen een nummer-één-hit. In de Verenigde Staten behaalde het echter de tweede plaats.
Het nummer werd live opgenomen in Minneapolis in de zomer van 1983. Het optreden was het debuut voor Wendy Melvoin in The Revolution. De basis van drie nummers van dit concert werden voor het album Purple Rain gebruikt, waaronder die van Purple Rain. In de studio werd later onder andere een extra vers en refrein geschrapt, aangezien ze de emotionele spanningsboog van het nummer te veel verstoorden. Het nummer werd in het totaal zo’n drie minuten ingekort.
Purple Rain begint met een korte gitaarsolo waarop een drum en een orgel volgen, waardoor er een gospelsfeer ontstaat. Drie verzen volgen hierop met een groeiend emotioneel element. Na het hoofdgedeelte neemt een gitaarsolo het nummer over, waarna het nummer tot een tweede emotioneel hoogtepunt komt. Het nummer eindigt met violen.
Het emotionele element heeft meerdere betekenissen; oppervlakkig gezien lijkt het een verontschuldiging voor het overstappen van de ene liefde naar een andere, op een dieper niveau lijkt het echter op een spirituele allegorie. Er is een theorie dat Purple Rain een metafoor voor hemel is, geïnspireerd op het overlijden van een vrouw op een operatietafel waarvan gezegd wordt dat het leven na de dood vol staat van vallende paarse regen (purple rain).
Prince heeft het nummer gespeeld op nagenoeg elke tour sinds 1984, behalve in een korte periode tijdens zijn naamsverandering in een O(+>, toen hij niet herinnerd wilde worden aan zijn oude hits.
Het nummer is later door vele verschillende artiesten bespeeld van verschillende genres zoals Tori Amos, LeAnn Rimes en The Waterboys, van Jazz tot Orkestraal. Bij de 500 beste nummers aller tijden samengesteld door het blad Rolling Stone staat Purple Rain op de 143ste plaats.
De B-kant, God, is een veel religieuzer nummer van Prince, dat gaat over het boek Genesis. Op de 12-inch versie in het Verenigd Koninkrijk stond ook een instrumentale versie van het nummer “God”; dit nummer is ook wel bekend onder de naam Love theme from Purple Rain, waarvan weer een deel wordt vertoond in de film.
Video Killed the Radio Star is een nummer van de Britse band Buggles, afkomstig van hun debuutalbum The Age of Plastic. Het nummer bereikte wereldwijd in diverse hitlijsten van het betreffende land een hoge notering. Het nummer werd op 7 september 1979 uitgebracht als single door Island Records en verscheen op het album The Age of Plastic als eerste single van het album. In deze versie is er een extra coda-einde.
Een vroege opname van “Video Killed the Radio Star” werd in 1978 gemaakt door Bruce Woolley en The Camera Club (met Thomas Dolby op keyboards) voor het album English Garden, nog vóór de versie van de Buggles die we vandaag kennen.
“Video Killed the Radio Star” is de videoclip waarmee de Amerikaanse televisiezender MTV het programma startte en daarmee de eerste muziekvideo die daar vertoond werd. Het werd daar uitgezonden op 1 augustus 1981 om 0.01 uur. Het was ook de miljoenste video-uitzending op MTV op 27 februari 2000 om 2:57 uur. De videoclip toont in het laatste stukje ook de filmcomponist Hans Zimmer bij de modulaire synthesizer. Hij had eerder met Buggles-muzikanten gewerkt als onderdeel van de Camera Club-band.
I heard you on my wireless back in ’52 Lying awake, intent at tuning in on you If I was young, it didn’t stop you coming through Oh-a, oh-a They took the credit for your second symphony Rewritten by machine and new technology And now I understand the problems you can seeOh-a oh-a I met your children Oh-a oh-a What did you tell them?Video killed the radio star Video killed the radio star Pictures came and broke your heart Oh-a-a-a ohAnd now we meet in an abandoned studio We hear the playback and it seems so long ago And you remember the jingles used to goOh-a oh-a You were the first one Oh-a oh-a You are the last oneVideo killed the radio star Video killed the radio star In my mind and in my car We can’t rewind, we’ve gone too farOh-a-aho oh Oh-a-aho ohVideo killed the radio star Video killed the radio starIn my mind and in my car We can’t rewind, we’ve gone too far Pictures came and broke your heart Put the blame on VCRYou are a radio star You are a radio starVideo killed the radio star Video killed the radio star Video killed the radio star Video killed the radio star Video killed the radio starVideo killed the radio star Video killed the radio star Video killed the radio star Video killed the radio star
Walk Like an Egyptian is een hitsingle van de Amerikaanse band The Bangles. Het nummer verscheen voor het eerst op hun tweede album “Different Light”, in 1986.
Walk Like an Egyptian stond eind 1986 en begin 1987 vijf weken op nummer één in de Nederlandse Top 40. In 1987 werd het nummer genomineerd voor Best Group Video voor de MTV Video Music Awards.
All the old paintings on the tombs They do the sand dance don’t you know? If they move too quick (oh whey oh) They’re falling down like a dominoAll the bazaar men by the Nile They got the money on a bet Gold crocodiles (oh whey oh) They snap their teeth on your cigaretteForeign types with the hookah pipes say (Whey oh whey oh, ay oh whey oh) Walk like an EgyptianThe blonde waitresses take their trays They spin around and they cross the floor They’ve got the moves (oh whey oh) You drop your drink, then they bring you moreAll the school kids so sick of books They like the punk and the metal band When the buzzer rings (oh whey oh) They’re walking like an EgyptianAll the kids in the marketplace say (Whey oh whey oh, ay oh whey oh) Walk like an EgyptianSlide your feet up the street, bend your back Shift your arm then you pull it back Life is hard you know (oh whey oh) So strike a pose on a CadillacIf you want to find all the cops They’re hanging out in the donut shop They sing and dance (oh whey oh) They spin the clubs, cruise down the blockAll the Japanese with their yen The party boys call the Kremlin And the Chinese know (oh whey oh) They walk the line like EgyptianAll the cops in the donut shop say (Whey oh whey oh, ay oh whey oh) Walk like an Egyptian Walk like an Egyptian
Love Hurts is een popliedje, oorspronkelijk een rockabillyliedje, geschreven door Boudleaux Bryant en oorspronkelijk uitgevoerd door The Everly Brothers in 1960. Het is sindsdien verschillende keren gecoverd in uiteenlopende muziekstijlen.
De bekendste coverversie werd in 1975 door de Schotse groep Nazareth uitgebracht. Love Hurts is een ballad waarin een (oorspronkelijk) mannelijke zanger zijn pijn in de liefde bezingt. Behalve verdriet spreekt er uit de tekst desillusie (Love is just a lie/made to make you blue). De tekst omvat twee coupletten en een bridge; het refrein is één regel lang: Love hurts. In verschillende versies (zie onder) komt er een tussenspel waarna het refrein herhaald wordt. Het tempo is in het origineel relatief matig, in sommige versies uitgesproken langzaam.
Love hurts, love scars Love wounds and marks Any heart Not tough or strong enough To take a lot of pain, take a lot of pain Love is like a cloud Holds a lot of rain Love hurts Ooh, ooh love hurtsI’m young, I know, but even so I know a thing or two I learned from you I really learned a lot, really learned a lot Love is like a flame It burns you when it’s hot Love hurts Ooh, ooh love hurtsSome fools think of happiness Blissfulness, togetherness Some fools fool themselves, I guess They’re not foolin’ meI know it isn’t true I know it isn’t true Love is just a lie Made to make you blue Love hurts Ooh, ooh love hurts Ooh, ooh love hurtsI know it isn’t true I know it isn’t true Love is just a lie Made to make you blue Love hurts Ooh, ooh love hurts Ooh, ooh love hurts Ooh, ooh…
Let’s Dance is een nummer van de Britse zanger David Bowie uit 1983. Het is de eerste single van zijn gelijknamige, vijftiende studioalbum. De albumversie duurt 7:37 minuten, maar werd ingekort tot 4:08 om het op de radio gedraaid te krijgen.
Let’s Dance werd een van Bowies grootste hits en bereikte in veel landen de nummer 1-positie in de hitlijsten, zoals in de UK Singles Chart in thuisland het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Zwitserland, Zweden, Noorwegen, Canada en de Amerikaanse Billboard Hot 100.
In Nederland was de plaat op vrijdag 18 maart 1983 Veronica Alarmschijf op Hilversum 3 en werd een gigantische hit. De plaat bereikte de #1 positie in zowel de Nederlandse Top 40, Nationale Hitparade als de TROS Top 50. In België bereikte de plaat eveneens de #1 positie in zowel de Vlaamse Ultratop 50 als de Vlaamse Radio 2 Top 30.
De videoclip werd in maart 1983 opgenomen in Australië waar de single slechts de tweede plaats haalde. Het stelt racisme, onderdrukking en culturele integratie aan de kaak. Bijgestaan door een contrabassist speelt Bowie in de bar van een hotel in Carinda, New South Wales terwijl een liefdeskoppel – gespeeld door Terry Roberts en Joelene King, studenten van het Aboriginal Islander Dance Theatre – danst “to the song they’re playing on the radio”.
Vervolgens loopt het stel met andere Aboriginals door de outback en vindt het meisje op een bergtop een paar mysterieuze rode pumps; ze trekt ze aan en begint te dansen, precies zoals Bowie in het refrein zingt (“Put on your red shoes and dance the blues”). De pumps zijn zowel een verwijzing naar het sprookje van Hans Christiaan Andersen als een symbool voor het kapitalisme en streven naar succes. Ineens kan het stel het zich veroorloven om musea te bezoeken, uit eten te gaan bij kaarslicht en dure spullen te kopen met een creditcard.
Het meisje en de jongen worden echter met de neus op de feiten gedrukt wanneer ze diezelfde rode pumps – hun persoonlijke sleutel tot succes – in de etalage van een shopping mall aantreffen. Ze ontdoen zich op nietsontziende wijze van de magische schoenen, keren terug naar de bergen en kijken nog eenmaal naar de stad die ze hebben achtergelaten. Bowie playbackt op het einde de gitaarsolo die door Stevie Ray Vaughan is ingespeeld.
The Hollies is een Britse band die zijn grootste hits had tijdens de jaren zestig en de eerste helft van de jaren zeventig. Vooral in de jaren zestig speelde de groep in een stijl die veel leek op de Merseybeat uit Liverpool. Ze behoorden tot de succesvolste bands uit de periode van de ‘Britse invasie’. De band wordt vaak geassocieerd met Manchester, omdat enkele leden van de band uit (de omgeving van) deze stad komen.
De band zou genoemd zijn naar Buddy Holly. Bassist Eric Haydock en zanger Allan Clarke hebben echter in interviews met BBC-radio aangegeven dat zij hun band hadden genoemd naar de hulst (Engels: holly). De hulst werd gebruikt als kerstversiering in de kleedkamer van de club The Oasis, waar de band in december 1962 hun eerste optreden gaf. The Hollies werd ter plaatse bedacht om te kunnen worden aangekondigd. Het feit dat de groep in de jaren 80 om contractuele verplichtingen een lp uitbracht met louter Buddy Holly-covers versterkt het idee dat er een relatie zou zijn tussen Buddy en The Hollies.
The Hollies zijn te herkennen aan de meerstemmige, harmonieuze zang. De groep was hierin duidelijk geïnspireerd door The Everly Brothers. Veel liedjes uit de begintijd zijn covers van rock-‘n-rollhits, maar in de loop der jaren schreven ze vaker hun eigen teksten of werden tekstschrijvers van buitenaf (vooral Graham Gouldman, bekend van 10CC) aangetrokken.
Carrie-Anne is een single van The Hollies. De single was niet verbonden aan een regulier album.
Allan Clarke deelde desgevraagd mee, dat het nummer is geschreven tijdens een tijd die ze doorbrachten met Tom Jones. Graham Nash vulde dat in 1995 aan met dat het lied eigenlijk gaat over Marianne Faithfull, met wie The Hollies in 1964 op tournee gingen. Hij was echter te verlegen om haar echte naam te gebruiken. Clarke vulde alleen het middenstuk aan, de rest was van Nash en Tony Hicks. Carrie-Anne werd in twee takes opgenomen in de Abbey Road Studios in Londen op 1 mei 1967. De eerste take was daarbij niet goed genoeg, maar werd wel als demo opgenomen op het verzamelalbum/muzikale documentaire The Hollies at Abbey Road: 1966 to 1970. Het nummer is enige malen gecoverd, het nummer is daarbij te horen in de film Stardust van Michael Apt.
Nash schreef vaker over privégebeurtenissen, zie bijvoorbeeld Our house, zijn samenzijn met Joni Mitchell.
De B-kant Signs that will never change werd ook door genoemd trio geschreven. Op de platenhoes van de Nederlandse persing werd het per abuis afgedrukt als zijnde Sings that will never change.
Carrie-Anne Moss, die in 1967 geboren werd, is naar deze single vernoemd en dus ook een beetje naar Marianne Faithful, destijds vriendinnetje van Mick Jagger.