Beschrijving
Renaissancepolyfonie en hedendaagse klankwolken draaien als satellieten rond de vocale laatromantiek. De Zürich Chamber Singers, onder leiding van Christian Erny, ontginnen een bijzonder verhalend drama. Beginnend met Anton Bruckner, richten ze hun aandacht op Palestrina als referentiepunt. Tegelijkertijd richten ze de schijnwerpers weer op het werk van de Oostenrijkse vocale vernieuwer aan de hand van drie hedendaagse werken. Een uitgebreide selectie van Bruckners Latijnse motetten gecombineerd met gekozen werken van Palestrina en drie wereldpremière-opnames van de opdrachtwerken van de Stuttgartse componist Burkhard Kinzler.
Giovanni Pierluigi da Palestrina kan inderdaad een van Bruckners muzikale inspiratiebronnen en historische referenties zijn geweest, aangezien hij, zij het zo’n driehonderd jaar ouder dan Bruckner, nog eeuwen na diens dood onophoudelijk in de muziekgeschiedenis werd opgenomen. Bruckners katholieke geloof – uiterst diepgaand, en soms ongelukkig – is inherent aan bijna al zijn composities; werkelijk, van de componist wordt soms gezegd dat hij er niet in geslaagd is ook maar één seculier stuk te schrijven, met inbegrip van zijn symfonieën.
Op dit album concentreren de Zürich Chamber Singers zich op Bruckners Latijnse motetten, die ze beschouwen als een soort muzikaal gebedenboek en persoonlijk dagboek van de componist. Bruckner, die zijn hele leven aan ernstige zelftwijfels leed, componeerde bijna zijn hele leven motetten. Hoewel met wisselende tussenpozen en met aanzienlijk minder publieke aandacht dan andere van zijn werken (met name de symfonieën, die hij veel later begon te componeren dan de motetten), wijdde Bruckner zich met bewonderenswaardige regelmaat aan de compositie van motetten. Daarom bieden deze stukken een unieke toegang tot Bruckners muzikale ontwikkeling en persoonlijkheid, maar ook tot zijn religieuze psyche.
In dit programma worden de motetten van Anton Bruckner in een zorgvuldige volgorde gepresenteerd, waarbij ze worden gecombineerd met werken van Palestrina en Burkhard Kinzler. Deze laatste worden gebruikt als een commentaar dat zowel teruggrijpt naar ‘ad fontes’ als naar het eenentwintigste-eeuwse heden. In de loop van deze reeks worden verschillende theologische concepten die centraal stonden in het geloof van Anton Bruckner onder de loep genomen, wat ook inzicht geeft in de muzikale geest van de componist.
De intelligente conceptualisering van het album in combinatie met de jonge, uitmuntende en transparante vertolking van de Zürich Chamber Singers onder hun directeur Christian Erny staan in directe opvolging van de vorige uitgave “O Nata Lux”. Het vocale ensemble, waarvan het stilistisch zelfvertrouwen op hun tweede album voor Berlin Classics, “Bruckner Spectrum”, wordt weerspiegeld in hun kundige interpretatie van a capella werken uit bijna vier eeuwen, is nu een van de meest innovatieve Europese koren. Onder leiding van dirigent en pianist Christian Erny zingt het Zwitserse ensemble zich een weg naar de top van de Europese koorscène met discografisch uitstekende concepten en in a capella en koorsymfonische concerten zowel binnen als buiten Zwitserland.